Nina en Alain, een jong echtpaar, kopen in een opwelling een pup. Het is een Siberische husky die Jakker heet. Jakker blijkt besmet met het dodelijke parovirus en wordt opgenomen in de dierenkliniek van Jasmines vader. Jasmine, die later ook dierenarts wil worden, ontfermt zich meteen over de nieuwe patiënt. Jakker haalt het dankzij hun ogede zorgen en mag weer naar huis. Daar wordt hij goede maatjes met Mekkie, een lammetje dat door haar moeder wordt verstoten. Jakker zit boordevol plannen en kan moeilijk thuisblijven. Hij trekt er voortdurend op uit en zwerft graag rond. Maar dan dreigt er gevaar ...