Twee kleine katjes verliezen hun moeder. Zij vinden een nieuwe moeder in Isabelle. Samen met haar oom, die dierenarts is, zorgt zij voor de katjes, die ze Tigra en Dommel noemt. Tigra en Dommel groeien op en beleven de wildste avonturen. Dommel wordt een grote stoere kater die nergens bang voor is. Tigra daarentegen is een bruin, teruggetrokken en schuchter poesje. Maar op een dag raakt Dommel in ernstige moeilijkheden. Wat moet Tigra nu doen? Samen met Renko de das, Pikkel de egel, Bieke de eekhoorn en Rakker het hondje gaat Tigra de strijd met de boze jager aan.